Column Leading Doctors, ‘Bewolking’

Gepubliceerd op: 12-09-2022

Eefje de Vries is traumachirurg, ze schrijft over haar werk en de rest van haar leven.

Ik sta op mijn zusje te wachten op een metrostation in Rotterdam. We gaan met ons andere zusje en vader naar het North Sea Jazz, een traditie die na een paar jaar weer eens door kan gaan. Zij komt stuiterend de roltrap af, voor het eerst een dag weg van haar 8 weken oude baby, helemaal uitgelaten en heeft er zin in! Ik erger me een beetje aan haar vrolijkheid en merk dat ik in de regelmodus zit: zo, daarheen, dat perron, die kant op, hup, tas in een kluisje, andere twee zoeken, naar binnen, waar gaan we heen, wat gaan we eten, is dit optreden wel leuk, moeten we niet in een andere zaal staan, zo, wanneer gaan we weer naar huis?
Wat is er mis met me?
Er hingen de afgelopen anderhalf jaar twee wolken boven mijn hoofd. Dat klinkt dramatischer dan het was, ik was gewoon aan het werk en thuis ging het leven met drie stuiterballen ook door, maar toch waren er op de achtergrond steeds die zorgen.
Na in totaal 20 jaar opgeleid te zijn, werd ik in 2019 chirurg en stapte op een lastige arbeidsmarkt. Gelukkig kon ik een paar jaar op mooie plekken als fellow werken, maar het afgelopen jaar werd het verlangen naar een vaste baan als traumachirurg steeds groter. Een aantal keer solliciteerde ik met volle overgave en goede moed. Met iedere afwijzing kwam de optie van opgeven, falen, niet als chirurg te kunnen werken, dichterbij. Nooit had ik in dat zwarte gat willen of durven kijken: wat moest ik dan in godsnaam met mijn leven beginnen?
Net toen ik die mogelijkheid voor het eerst een beetje toeliet in mijn hoofd en er ook de positieve kanten van begon te zien (nooit meer een zwemdiploma, verjaardagsfeestje of weekend weg missen) werd ik aangenomen op een fantastische plek! De telefoon ging en terwijl ik me al schrap zette voor die standaardzin (je hebt het supergoed gedaan, maar die ander paste toch net iets beter bij ons), hoorde ik de heerlijke woorden: we zouden je er graag bij hebben! En zo waaide de eerste wolk over.
Daarnaast was er een klein gezondheidsprobleem aan het thuisfront. Begonnen met lang aanhoudende vermoeidheid na COVID, kreeg mijn vriend uiteindelijk een vervelende hematologische diagnose. Theoretisch goed te behandelen, maar toch zaten we het eerste jaar in een behoorlijke rollercoaster. Het leven van alledag raasde door met werk, diensten en kinderen, maar op de achtergrond was daar steeds die angst dat het toch de verkeerde kant op zou kunnen gaan. Gelukkig stabiliseerde de situatie en hoorden we recent van de hematoloog dat de vooruitzichten nu gunstig lijken. Hoogstens nog wat sluierbewolking dus.
Het leven lacht me weer toe en hoe beter dat te vieren dan met je familie in de zon op een festival? Waarom niet alle remmen los, lachen, zingen, dansen en het licht uitdoen?
Maar zo voelt het nog niet helemaal daar op dat festivalterrein. Ik sta al zo lang in de modus van vechten, incasseren, tanden op elkaar, schouders eronder en keep buggering on, dat ik even niet meer zo goed weet hoe te ontspannen. Ik voel me als de bergwandelaar die aan het eind van de dag zijn zware rugzak op de grond zet. Na het eerste gevoel van verademing weet je eventjes niet wat te doen met die ongekende lichtheid. Het is onwennig om je ballast kwijt te zijn en het duurt even voordat je er met volle teugen van kunt genieten.
Gek genoeg had ik deze bewustwording nodig om de knop om te kunnen zetten. Pas nadat ik het met een vriendin op het terras zo voor mezelf onder woorden had gebracht, kon ik het langzaam gaan loslaten. Het North Sea Jazz is intussen alweer even geleden. Een zomer van afronden, afscheid nemen, zandkastelen bouwen, boeken lezen en voorbereiden volgde. Zonder er iets aan te doen, heb ik de afgelopen maanden de stress uit mijn lichaam en hoofd voelen verdwijnen. Wat resteert is een gezonde spanning voor de start van mijn nieuwe baan. Ik ben klaar voor het volgende hoofdstuk. Kom maar op met dat feestje!