Column Leading Doctors, ‘Niks mis met gemiddeld’
Column Leading Doctors, ‘Niks mis met gemiddeld’
Gepubliceerd op: 02-07-2021
Eefje de Vries is traumachirurg, ze schrijft over haar werk en de rest van haar leven.
Ooit was ik veelbelovend. Ik deed fluitend eindexamen met een 8 gemiddeld en ging ondanks een leuk studentenleven vrij moeiteloos door mijn studie heen. Ik promoveerde, deels tijdens mijn coschappen, met een paar mooie publicaties en werd aangenomen voor de opleiding heelkunde. (Dit was in de tijd dat je om mee te solliciteren nog geen Olympisch roeier hoefde te zijn met 2 afgeronde promoties, 3 jaar perifere ervaring en 4 stichtingen voor anatomie-onderwijs in Oezbekistan.)
Mission accomplished, leek me! Maar toen begonnen de moeilijkheden. Ik kwam mezelf behoorlijk tegen tijdens mijn opleiding. De eigenschappen die me een goede student en onderzoeker maakten, hielpen me niet vanzelfsprekend in de pressure cooker van een drukke SEH of in de omgang met verpleegkundigen, operatie-assistenten of opleiders. Het traject werd niet makkelijker door de drie kinderen die ik in de laatste vier jaar kreeg. Gelukkig kwam ik uiteindelijk weer bovendrijven en kon ik in een fantastische kliniek mijn opleiding afronden.
Het afgelopen jaar was ik fellow in een academisch ziekenhuis. Ik werd omringd door de absolute experts op hun vakgebied. Mensen die jonger zijn dan ik en hard op weg om de volgende professor of opleider te worden, met naast hun klinische baan nog tal van nevenfuncties en interessante hobby’s. Heel inspirerend, maar af en toe ook wat intimiderend als ik mijn eigen carrière ernaast leg. Ik was de afgelopen jaren al blij als ik mijn patiënten in leven en mijn opleiders te vriend hield en als mijn kinderen me nog herkenden als ik ze ’s ochtends uit bed haalde.
Tijdens de finalistentrack, de laatste gemeenschappelijke opleidingsdag, werden wij als jonge (bijna) klaren toegesproken door de voorzitter van de wetenschappelijke vereniging. Zijn verhaal ging over de financiële en juridische aspecten van het vak, maar hij maakte terloops een opmerking die bij mij meer bleef hangen dan zijn eigenlijke boodschap. ‘Ik twijfel er niet aan dat jullie allemaal uitmuntende chirurgen worden.’ We zaten daar met een man of veertig. Allemaal uitmuntende chirurgen, dus op zijn minst ruim bovengemiddeld? Statistisch helaas uiterst onwaarschijnlijk. Hoe zat het ook alweer met zo’n gausscurve?
Er bestaat een fenomeen dat superioriteitsbias heet. Iedereen kent wel het onderzoek waarin mensen naar hun rijvaardigheden gevraagd werden in vergelijking met die van anderen. 80% van de mensen schatte hun eigen vaardigheden in als bovengemiddeld. Nu is het zelfvertrouwen van de meeste chirurgen dat ook, dus de opmerking van de voorzitter landde waarschijnlijk in vruchtbare aarde. Maar hoe realistisch is het om aan jonge klaren de boodschap mee te geven dat uitmuntend de standaard is? Is dat een gezonde instelling om je carrière mee te beginnen?
Dit is geen pleidooi voor de kantjes er vanaf lopen. Natuurlijk mogen we van onszelf en elkaar een bepaald niveau verwachten. Natuurlijk streven we elke dag naar de beste uitkomst voor onze patiënten en spannen we ons in om ons beste zelf te zijn. Maar voor de meesten van ons is dat niet meer dan gemiddeld. En daar is niks mis mee.