De 3 van Kiki: De prestatie(cultuur) paradox
De 3 van Kiki: De prestatie(cultuur) paradox
Gepubliceerd op: 01-02-2023
Alle nadruk op het presteren leidt uiteindelijk tot mindere prestaties
Kiki Lombarts, hoogleraar Professional Performance van artsen, schrijft over de artikelen die haar inspireren. Zij selecteert 3 artikelen voor ons en ze vertelt waarom juist deze artikelen de moeite waard zijn. We zijn super blij dat zij op die manier haar kennis met ons wil delen.
De prestatiecultuur wordt geregeld opgevoerd als de bron van veel ongenoegen of zelfs van kwaad. In de medische literatuur kom ik het tegen als een van de belangrijkste veroorzakers van te veel ‘moeten’, te veel stress, een te hoge werkdruk en te weinig plezier, waardering, medemenselijkheid en zingeving in het werk.
In een grote-stappen-snel-thuis analyse heeft de geldende prestatiecultuur in de samenleving veel te maken met de succesvolle opkomst van het neoliberalisme, waarin markt, concurrentie en het maximaliseren van individuele vrijheid gestimuleerd en bejubeld worden. Het ‘succes’ van de markt heeft iedereen die erin werkt tot sloof gemaakt van productie, profijt en dus van prestatie.
En nu zitten we dus met de gebakken peren. Gij zult presteren!
De medische cultuur doet daar soms nog een schepje bovenop met – veelal onuitgesproken -verwachtingen van perfectie, lange werkdagen, opoffering van privé-tijd en ontkenning van zwakten. In een studie van Jansen et al. (waaraan ik ook meewerkte) naar het hulpvraaggedrag van AIOS vonden we dat AIOS zelfs het vragen van hulp aan een supervisor, collega of verpleegkundige als een prestatie – ‘an act of performance’ – kunnen ervaren.
Uit contacten met en onderzoek naar AIOS lijken nogal wat jonge dokters te lijden onder het juk van de (gevolgen van) prestatiecultuur. Een fenomeen dat daarbij vaak ter sprake komt is het imposter-syndroom. Iemand die last heeft van het imposter-syndroom (IS), ook wel bedriegerscomplex genoemd, twijfelt aan en is onzeker over de eigen kwaliteiten. “Ik kan dit helemaal niet”, of “ze komen er nog wel achter dat ik eigenlijk incompetent ben”, denken – geheel onterecht – deze zelfverklaarde ‘bedriegers’. Overigens worden meerdere subtypes van het imposter-fenomeen onderscheiden, waarvan perfectionisme de meest bekende is.
Karakteristiek aan de IS gedachten is dat ze worden getriggerd door prestatiegerichte activiteiten, zoals het presenteren van een patiënt bij de overdracht of het onder het oog van de supervisor een ingreep verrichten. Ook het krijgen van meer verantwoordelijkheden en autonomie kan IS gevoelens activeren. Iemand die last heeft van het IS kan zelf-ondermijnend gedrag gaan vertonen, zoals het uit de weg gaan van risico’s, taken uitstellen of taken juist overdreven minutieus voorbereiden; AIOS missen zo mogelijkheden voor professionele en persoonlijke groei. In een zeer recente publicatie (2023) beschrijven Chodoff et al. hoe het imposter-syndroom AIOS (hier: interne geneeskunde) belemmert in hun leren. De vele quotes van AIOS in deze kwalitatieve studie zijn verhelderend en veelzeggend. Samenvattend kun je zeggen dat AIOS positieve en negatieve signalen missen of misverstaan door hun negatieve zelfbeeld, en dat het managen van imposter-gevoelens bovendien veel energie en aandacht vergt.
“Is het nu toeval dat ik van AIOS zo vaak over het imposter-fenomeen hoor”, vroeg ik me af. In de review studie van Gottlieb et al. vond ik het antwoord. Studies die de prevalentie van IS onder AIOS onderzochten rapporteren hoge percentages variërend van 33% – 44%. Onder medisch studenten kan dit zelfs verder oplopen tot wel 60%. IS is dus allesbehalve zeldzaam. Het vormt bovendien een regelrechte bedreiging voor het welzijn van de jonge dokters. Zoals Gottlieb et al. rapporteren blijken IS gevoelens geassocieerd met o.a. angststoornissen, depressies, burnout, emotionele uitputting en een lagere werktevredenheid. Dat de kwaliteit van zorg hieronder direct en indirect te lijden heeft wisten we al.
Juist in werkculturen waar de prestatie meer gewaardeerd wordt dan de professional komt het imposter-syndroom vaker voor. Zie hier de paradox: alle nadruk op het presteren leidt uiteindelijk tot mindere prestaties. De ongezonde illusie van perfectie en de daaraan gekoppelde verwachtingen van presteren zouden beter plaats kunnen maken voor ruimte om te leren, zelf-compassie, zorg voor elkaar en hulp vragen waar nodig en gewenst. Wat we nodig hebben is niet de ‘eyes on the prize’ maar de ‘eyes on the professional’.
– Jansen I, et al. An act of performance: Exploring residents’ decision-making processes to seek help. Med Educ. 2021;55(6):758-67.
– Chodoff A. et al. “I never should have been a doctor”: a qualitative study of imposter phenomenon among internal medicine residents. BMC med educ. 2023;23(1):57.
– Gottlieb M. et al. Impostor syndrome among physicians and physicians in training: A scoping review. Med Educ. 2020;54(2):116-24.
Kiki Lombarts
Amsterdam, 29 januari 2023