Leading Doctor van het seizoen, Froukje Verdam

Gepubliceerd op: 15-01-2021

Ieder seizoen belichten we het werk van een arts waarvan wij vinden dat het een Leading Doctor is. Op die manier willen we artsen laten weten dat we grote waardering voor hen hebben en we hopen dat het anderen inspireert. We vragen ook of een Leading Doctor nog hulp kan gebruiken… misschien voelt iemand die dit leest zich geroepen om die hulp te bieden, zo ondersteunen we de Leading Doctor ook op immateriële wijze.

Dit seizoen is onze Leading Doctor: Froukje Verdam

Froukje is Leading Doctor van het seizoen omdat zij het boek heeft geschreven ‘Zelfzorg voor de jonge dokter’. Het boek is compleet, praktisch, lekker leesbaar en vooral toepasbaar in het dagelijks leven van een (jonge) dokter, echt een aanrader! We kennen Froukje al langer als een bevlogen KNO-arts die ergens voor staat (daarover meer in dit interview); een krachtige, leuke vrouw met gevoel voor humor en een mening die er mag zijn.

 

Je hebt een boek geschreven ‘Zelfzorg voor de jonge dokter’, waarom dit boek?

Zelf heb ik zowel tijdens mijn coschappen, ANIOS, PhD en AIOS-tijd ervaren dat een goede balans houden tussen mijn werk en privéleven best uitdagend is. Gaandeweg ontwikkelde ik daarvoor strategieën en in het boek ontdek je zelf door te reflecteren wat jouw eigen concrete handvatten zijn om direct mee aan de slag te kunnen.

Sinds mijn coschappen wilde ik al KNO-arts worden, maar ik werd pas aangenomen toen ik halverwege de 30 was. Dat was rijkelijk laat, maar daardoor heb ik wel meer tijd gekregen om me in andere zaken te verdiepen, o.a. op het gebied van persoonlijk leiderschap. Er is daar een belangrijk zaadje geplant.

Een ander sleutelmoment voor het boek was tijdens een medisch congres in India. Geheel onverwacht sprak de Dalai Lama daar ook. Hij vertelde over zijn visie op de wereld en gezondheidszorg. Na zijn verhaal mochten we hem schriftelijk vragen stellen, hij koos welke hij plenair wilde beantwoorden. Ik stelde de vraag: ‘How could we as doctors contribute to your vision of a better world?’. De Dalai Lama antwoordde: ‘The most pivotal thing is that you as doctors take care of yourself first, just as well as you wish to take care of your patients’.

Dat is misschien wel de belangrijkste aanleiding geweest voor dit boek.

Het was al langer mijn droom om een boek te schrijven. In mijn eigen bedrijf ‘Zorg voor de dokter’ zie ik veel artsen die met vergelijkbare thema’s worstelen. Een jaar geleden benaderde Uitgever Lannoo me, toen viel alles samen en binnen een half jaar was mijn boek klaar. Het is een zeer actueel thema dat gelukkig steeds meer structurele aandacht krijgt bijvoorbeeld door ‘De Jonge Dokter’, ‘De Jonge Specialist’, de VvAA en een beweging zoals ‘Zin in Zorg’.

Hoe ging het met jou als jonge dokter?

Mijn carrière verliep, zoals bij velen, niet in een rechte lijn. Binnen de KNO kon ik niet meteen een goed PhD-onderwerp vinden en ik werd ANIOS heelkunde. Ik vond dat leuker dan gedacht en besloot te promoveren op overgewicht, een breed onderwerp maar niet gericht op KNO. Uiteindelijk ben ik weer gaan praten met de professor KNO en werd ik gelukkig aangenomen voor de opleiding.

Ik ging niet huppelend door de KNO opleiding. Ik had 9 jaar niets meer met KNO gedaan dus moest veel kennis bijspijkeren. En KNO is een vak waarbij je de hoge turnover aan moet kunnen, dat moest ik ook leren. Daarnaast bleef ik de interesse in de hele mens houden. Daar heb ik wel kritiek op gekregen, maar dan dacht ik ‘ja, maar er zit wel een patiënt vast aan de klacht’.

Tijdens mijn opleiding heb ik een coachingsopleiding gedaan en ben ik via Jo Shapiro opgeleid tot peer supporter, omdat ik dat belangrijk vond. Maar over het algemeen was ik net als mijn collega AIOS gewoon bezig om de eindjes van de opleiding aan elkaar te knopen.

Hoe ziet de opleiding eruit als er aandacht is voor zelfzorg?

Het is goed om figuurlijk gezien door bepaalde hoepels heen te moeten kunnen springen, protocollen te leren kennen en klinische vaardigheden onder de knie te krijgen als AIOS, sterker nog: dat is heel belangrijk! Maar juist in die setting is het ook essentieel om oog te hebben voor het individu en na te denken over hoe hij of zij het meest uit zichzelf kan halen.

Enerzijds moeten opleiders structureel, discipline overstijgend opgeleid worden om een veilig opleidingsklimaat te faciliteren (denk aan teach the teacher cursussen). We hebben voorbeelden nodig van dokters met een goede werk-privé balans die zich kwetsbaar op durven te stellen. Opleiders die zelf hun moeilijke momenten delen en met wie je alles durft te bespreken. Tegelijkertijd mogen AIOS zich ook beter leren profileren. Hoe duidelijker je van zelf weet en aangeeft wat je (nog) wil leren, hoe je het beste leert, en wat voor jou de optimale omstandigheden zijn, des te makkelijker is het voor een opleider om je daarin te ondersteunen en tegemoet te komen. En laten we de ANIOS niet vergeten, want zij vallen buiten de georganiseerde opleidingsstructuren, terwijl zij in een kwetsbare en belangrijke fase van hun ontwikkeling zitten. Ik hoop dat voor hen in de toekomst meer aandacht komt.

Op welke missie ben jij?

Er zijn 3 dingen waar ik voor sta:

  1. De beste versie van mezelf zijn, goed voor mezelf zorgen. Ik wil bijdragen aan een medische cultuur waarin je doet wat je zegt en zegt wat je doet. Ik wil het verschil maken. Dat maakt dat ik op zal staan bij onrecht, ik ben niet bang om uit te dragen waar ik voor sta.
  2. Ook voor de dokters om me heen wil ik een verschil maken. Zo hoop ik bij te dragen aan een gezonde cultuur, een veilig (opleidings)klimaat waarin men zich kan ontplooien, en anderen te inspireren om ook goed voor zichzelf te zorgen.
  3. De patiënt staat centraal. Ik wil holistisch blijven kijken naar de hele mens, niet alleen naar de KNO-klacht. Daarvoor zijn een goede samenwerking en laagdrempelig overleg belangrijk; dat heeft soms consequenties voor het beleid. En daar hoort bij dat ik benoem wat ik wel en niet kan betekenen, en mijn eigen kwetsbaarheid durf te tonen.

Waarom deze missie?

Dat is mijn Ikigai: een Japans woord dat betekent ‘je reden om te bestaan’. In je Ikigai komen vier componenten samen: je houdt ervan, anderen hebben er baat bij, je kan er je boterham mee verdienen en je bent er goed in. Ik kan niet anders dan deze missie uitdragen. En ook ik ben leerling en leraar tegelijk; sommige dingen kan ik, andere dingen blijf ik uitdagend vinden. Het zit in mijn karakter ingebakken: groei, ontwikkeling, een bijdrage leveren, opstaan voor onrecht. Die waarden zitten heel diep in mij verankerd. En natuurlijk ben ik gevormd door mijn eigen achtergrond; mijn moeder was huisarts, mijn vader psycholoog en ik ben de oudste dochter van 3. Ik denk dat ik altijd een groot verantwoordelijkheidsgevoel heb gehad. Mijn missie zal niet anders worden, dit is waar ik over ga en waar ik voor sta.

Wat is er veranderd in de wereld als jouw missie geslaagd is?

Als mijn missie geslaagd is zijn we samen trots op ons vak en onze opleiding, en dragen we dat uit. We behouden onze bevlogenheid, betrokkenheid en ons plezier in ons vak. We staan voor menselijke zorg – voor onszelf, elkaar en onze patiënten. Selfcare is the new healthcare. De medische opleiding is dan een warme bedding, zodat collega’s in opleiding het beste uit zichzelf halen.

Hoe onderhoud jij je eigen vuur?

Praten met mensen die een vergelijkbare missie hebben, daar laad ik van op. Ik hou van kruisbestuiving, juist ook buiten het vak. En ik maak graag ruimte, tijd en geld vrij voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Net zoals ik mijn patiënt holistisch benader, interesseer ik mij ook voor andere dingen dan alleen arts-zijn, zoals dus een boek schrijven. Heel fijn als ik buiten mijn vak een beetje kan ‘freewheelen’.

Ik zoek de reflectie ook in mijn privéleven op. Ik heb kleine ritueeltjes die voor mij het grotere geheel bepalen; zo bedenk ik iedere avond waar ik dankbaar voor ben. Ik spreek iedere ochtend mijn intentie uit naar Caroline, een van mijn beste vriendinnen, voor die dag.

Wat of wie zou je nog kunnen helpen bij jouw missie?

Ik hoop dat er steeds meer mensen komen die een vergelijkbare missie hebben en uitdragen en dat we samen als een olievlek de zorgcultuur ten positieve veranderen. En ik hoop dat mijn boek daar een kleine bijdrage aan levert, dat het je inspireert om te doen wat echt bij je past, op jouw manier. Iedereen die in de zorg werkt zou ik willen oproepen: let op jezelf en op elkaar. Heb oog voor elkaar. Vaak zit dat in hele kleine dingen zoals een kop koffie, een schouderklopje, even een appje, of een oprechte vraag.