Leading Doctor van het seizoen, Irene de Graaf

Gepubliceerd op: 29-09-2020

Ieder seizoen belichten we het werk van een arts waarvan wij vinden dat het een Leading Doctor is. Op die manier willen we artsen laten weten dat we grote waardering voor hen hebben en we hopen dat het anderen inspireert. We vragen ook of een Leading Doctor nog hulp kan gebruiken… misschien voelt iemand die dit leest zich geroepen om die hulp te bieden, zo ondersteunen we de Leading Doctor ook op immateriële wijze.

Dit seizoen is onze Leading Doctor: Irene de Graaf

Irene is Gynaecoloog (obstetrie) in het AMC en doceert in de bachelor, master en in de opleiding gynaecologie.

Heleen en Claire kennen Irene allebei al langer. Heleen was een keer bij Irene op consult tijdens haar 2e zwangerschap. Claire heeft Irene meegemaakt tijdens haar coschap gynaecologie in het AMC. Wij weten dat Irene echt een Leading Doctor is, door de manier waarop zij patiënten en collega’s benadert, gelooft in haar missie en keer op keer ervoor kiest om daarvoor te blijven staan. En dat terwijl Irene ‘gewoon’ haar werk doet als gynaecoloog en docent. Dat vereist moed en daadkracht en daarom is Irene de Leading Doctor van het seizoen.

Claire over Irene

Ik herinner me vooral de overdrachten. Tijdens de overdracht kan de sfeer wel eens scherp zijn, het is hét moment om je collega’s te imponeren met al je kennis en daar maken sommigen graag gebruik van. Irene deed dat nooit. Zij stelde wel vaak vragen, echte vragen met als doel om samen te leren, om te zorg te verbeteren, om zelf scherp te blijven (zonder de sfeer scherp te maken). Dat vond ik toen al cool, juist door die vragen leerde ik veel, en durfde ik zelf meer vragen te stellen. Ik realiseerde me dat het goed is om jezelf en je collega’s te blijven bevragen.

Heleen over Irene

Irene maakte echt contact met ons, ze nam de tijd en was geïnteresseerd. Ze straalde rust uit en keek niet alleen naar mijn lab-uitslagen. We hadden ruim 1,5 uur zitten wachten voor we naar binnen konden. Irene zei kordaat: ‘sorry dat jullie zo lang hebben moeten wachten, de mensen hiervoor hebben net een kindje verloren dus daar wilde ik de tijd voor nemen’. Deze zin maakte het wachten bijzaak en het gaf aan dat dit een dokter was waarvoor de menselijke maat telt. Er was een coassistent aanwezig die gewoon naast haar zat, niet achterin een hoekje. Deze coassistent deed mee aan het gesprek, stelde vragen; er was een gelijkwaardige sfeer tussen ons vieren, dat heb ik niet vaak meegemaakt in het ziekenhuis. Ik hoop nog vaak dit soort dokters te treffen!

We spreken Irene op een dinsdagochtend om 07.25 uur. “Irene, wij hebben jou allebei aan het werk gezien en we vinden jou echt een Leading Doctor. Mogen we je interviewen als Leading Doctor van het seizoen?”

Irene: Goh, echt…? Superleuk, echt een eer! Ik ben ook wel verbaasd dat jullie mij bellen, wat heb ik nou bereikt? Ik ben er zelfs een beetje stil van…

Weet je, ik kan niet anders dan proberen om een klein deukje in de wereld te slaan. Die veranderkracht blijft mijn drijfveer die iedere keer weer ophoog springt. Eerlijk gezegd vind ik het soms ook lastig om een andere kant op te zwemmen dan de main stream. Heel soms denk ik dat het makkelijker is om te stoppen en alleen patiëntenzorg te doen. Maar dat is gewoon geen optie, die veranderkracht blijft me voortbewegen.

Op welke missie ben jij?

Ik vind dat de zorg weer moet gaan over de mens. Het gaat nu over het systeem. In alles wat ik doe wil ik mensen centraal zetten, zowel zorgprofessionals (artsen, verloskundigen, verpleegkundigen) als patiënten.

Het beeld dat ik heb van de zorg is als een ivoren toren, wit gepolijst, het staat als een huis. Daarbinnen staan alle radartjes precies goed afgesteld op elkaar. Als je er (als patiënt) ongeschonden uit wil komen dan moet jij je naar die radartjes voegen. We zeggen wel dat we zorg voor mensen leveren, maar dat zie ik niet terug in ons gedrag. Eigenlijk is het systeem leidend.

Volgens mij moeten we elkaar weer gaan behandelen als normale mensen. Ik ben gynaecoloog, ik heb een kunstje geleerd, dat kan ik heel goed en dat wil ik in dienst stellen van anderen. Maar dat wil niet zeggen dat anderen naar mijn pijpen moeten dansen.

Een plek waar ik echt naar de mens in de patiënt kan kijken is op mijn POM-poli (Polikliniek Ondersteuning Maatwerk zwangerschap & geboorte). Dat is een poli voor vrouwen die vragen of wensen hebben die buiten onze richtlijnen en protocollen vallen. Daar komen vrouwen met vragen zoals: ik wil niet continu aan het CTG liggen tijdens mijn bevalling, of ik wil een zorgverlener die ik ken. Eigenlijk zijn deze vragen niet heel raar, maar volgens onze richtlijnen en protocollen kan het niet en daardoor werden mensen bang om in het ziekenhuis te bevallen. Vaak zijn het interessante vragen, waar ik graag een antwoord op zoek dat bij die vrouw past.

Iets anders waar ik echt voor sta is dat we respectvol spreken over patiënten en met elkaar. Daar moeten we al in de opleiding mee beginnen. De cultuur in het ziekenhuis is hard. Kwetsbaarheid wordt vaak uitgelachen, of er wordt misbruik van gemaakt. Respect, echt geven om elkaar, wat de Engelsen ‘care’ noemen, zijn we uit het oog verloren.

Ik heb de cultuur in de zorg wel zien veranderen. Ik heb mijn opleiding in 2005 afgerond. Ik heb zien gebeuren dat er steeds meer protocollen en richtlijnen kwamen. We timmeren alles dicht. Daardoor word je als mens eigenlijk buiten spel gezet. Soms lijkt goede zorg te bestaan uit het afvinken van boxjes. We hebben zelfs een protocol voor gedeelde besluitvorming. Maar volgens mij gaat gedeelde besluitvorming over echt contact maken en niet over een protocol volgen.

Daarnaast lijkt het alsof we minder accepteren dat we sommige dingen niet in de hand hebben. Alles lijkt controleerbaar, maar we kunnen natuurlijk niet alles controleren. We denken dat het niet fout kan gaan als wij ons aan alle richtlijnen en protocollen houden, maar ondertussen zijn meer mensen (artsen en patiënten) ontevreden over de manier waarop we de zorg inrichten. De meeste dokters die ik ken zijn slim, sensitief en vakbekwaam. Zij willen echt de beste zorg leveren voor hun individuele patiënten, maar zij worden gehouden aan een protocol dat niet altijd gelijk staat aan de beste zorg. Dat wringt steeds meer.

Mijn missie is om de cultuur in de zorg te veranderen zodat de zorg weer echt over mensen gaat. Dat klinkt best groot, maar het is wel zo.

Waarom deze missie?

Ik denk dat we in een beweging zitten die de verkeerde kant op gaat, er is steeds meer controle, meer protocollen en richtlijnen. Daarmee beperken we de keuzevrijheid omdat wij van tevoren bepalen wat goed is.

Ik doe het ook uit eigenbelang, ik wil plezier in mijn vak houden en niet geleefd worden door wat de protocollen en richtlijnen me opleggen. Ik zie veel mensen om me heen onderuit gaan, door burn-out, ziekte of mensen verliezen plezier en compassie. Ik wil dat de mens in die dokter, verpleegkundig of verloskundige weer terugkomt.

Het is belangrijk dat dit ook aandacht krijgt in de opleiding. Als je geneeskunde studeert dan stap je op een trein die maar door raast. Tijdens de opleiding doen wij duwtjes naar rechts en links en na 6 jaar ben je een goede gynaecoloog geworden maar ergens ben je jezelf verloren. Soms denk ik wel eens dat we een eenheidsworstenmachine zijn geworden. De weg terug naar ieders eigenheid is moeilijk. Daarom is het zo belangrijk om jezelf en elkaar vragen te blijven stellen. Waarom wilde ik eigenlijk dokter worden? Waar gaat het echt over? Wat vind ik belangrijk en wat vindt de ander belangrijk?

Wat is er veranderd in de wereld als jouw missie geslaagd is?

Dan is de zorg warm en open, eerlijk en menselijk. Er is meer gelijkwaardigheid over alle linies, tussen dokters, patiënten, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. De mens staat echt centraal. We hebben protocollen en richtlijnen die artsen en patiënten ondersteunen in hun beslissingen en tegelijk ruimte laten voor autonomie. Laatst zei een patiënt: “Je stond als vriendin naast me en je was een hele goede dokter. Door jou voelde ik me gehoord en gezien als mens.” Daar doe ik het voor.

Hoe onderhoud jij je eigen vuur?

Ik heb een goede thuisbasis waar ik altijd op terug kan vallen. Ik zoek gelijkgestemden op, blijf mezelf uitdagen en bevragen. Ik denk dat ik altijd vragen zal blijven stellen. Ik herinner mezelf regelmatig aan mijn drijfveren en motivatie; waar ben ik ook alweer mee bezig en waarom? En het geven van onderwijs houdt mijn vuur aan.

Wat of wie zou je nog kunnen helpen bij jouw missie?

Ik heb behoefte aan contact met mensen die ook op deze manier zorg willen leveren, een platform waar we elkaar kunnen vinden. [Red: Leuk! Dat is precies waar we met Stichting Leading Doctors mee bezig zijn] Ik heb het af en toe nodig om te weten dat ik niet de enige ben die de mens weer echt centraal wil zetten in de zorg. We kunnen dan geïnspireerd raken door verhalen van elkaar. Het is belangrijk om voldoende ruimte te ervaren, of te creëren in je eigen werkomgeving om je eigenheid te behouden. Gelukkig werk ik nu op een plek waar dat kan.

Ik hoop dat ik op mijn manier toch dat deukje in de wereld kan slaan.