Leading Doctor van het seizoen, Lieke Sanders

Gepubliceerd op: 18-01-2022

Lieke Sanders is Chief Science Officer bij het RIVM, kinderarts en hoogleraar immunologie en infectieziekten bij kinderen. Sinds een jaar heeft ze even geen CSO-rol maar is met Hans van Vliet medisch-inhoudelijk leiding gevend bij het COVID-19 vaccinatieprogramma op het RIVM. Zij heeft zich haar hele carrière ingezet op vele fronten om de gezondheid van kinderen te verbeteren, met name door vaccinaties en preventieve gezondheidszorg.

Wij ontmoetten haar toen zij de Gorter penning in ontvangst nam, tijdens het Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde symposium afgelopen oktober. Zij is de eerste vrouw die deze prestigieuze prijs, die om de drie jaar wordt uitgereikt, toegekend kreeg.

Wij waren meteen onder de indruk van haar verschijning: bescheiden, kordaat, omringd door haar dierbaren en twinkels in haar ogen. Er werd gesproken over haar prestaties die ongekend zijn. Maar nog lovender werd gesproken over haar als mens, over de manier waarop zij altijd haar eigen keuzes maakte, soms controversieel, altijd met oog voor de mensen om haar heen. We werden nieuwsgierig naar deze Leading Doctor in hart en nieren.

Wij waren onder de indruk van alles wat je hebt bereikt, hoe heb je dat gedaan?

Ik wilde gewoon graag goede zorg leveren en goed onderzoek doen. Dat is een beetje uit de hand gelopen. Ik heb het geluk dat ik altijd met fantastische collega’s heb samengewerkt. Ik geloof dat samenwerken, waarbij je uitgaat van de kracht van ieders eigenheid, je dichter bij doel brengt.

Ik heb een hekel aan paaltjes en afscheidingen, bijvoorbeeld dat mensen alleen maar binnen de GGD, het ziekenhuis of de huisartsenpraktijk kijken. Juist door vanuit verschillende disciplines naar een thema te kijken, kun je samen stappen zetten. Ik ben altijd op zoek naar verbinding met anderen en naar manieren om talent te gebruiken. Innovatieve, getalenteerde mensen zijn er gewoon, maar je moet er wel voor openstaan om het te zien.

Wij zijn natuurlijk benieuwd naar de mens in de dokter. Kun je iets zeggen over jou en jouw loopbaan?

Ik ben in kindergeneeskunde gerold omdat ik in juni afgestudeerd was en werd gevraagd als vakantie assistent. Even later meldde de opleider me aan voor de sollicitatieprocedure en werd ik kinderarts. Kinderen horen natuurlijk niet in het ziekenhuis en we moeten ons juist inzetten om ze erbuiten te houden. Ik dacht vaak: wat kunnen we doen om te voorkomen dat kinderen in het ziekenhuis moeten worden opgenomen. Zo kwam ik via mijn onderzoek en vaccinaties op het thema preventie (red. Lieke heeft een grote bijdrage geleverd aan de vermindering van hersenvliesontsteking bij kinderen door de pneumokokken, Haemophilus influenzae B en meningokokkenvaccinaties).

Tot mijn huidige baan bij het RIVM, heb ik werk in de kliniek, onderzoek en onderwijs gecombineerd in verschillende rollen. Tot voor kort was ik Chief Science Officer RIVM op het gebied van vaccinatie, preventie en onderzoek, met een bevlogen team met veel goede mensen. Nu ben ik een jaar al in het COVID-programma team voor de vaccinaties actief. Ik vind het prettig om direct met mensen bezig te zijn, vertrouwen te krijgen en te geven.

Ik heb 2 dochters die nu 30 en 28 zijn. Daar heeft altijd mijn prioriteit gelegen. Ik kijk met zo veel plezier naar hun ontwikkeling.

Ik heb aan het begin van mijn werk als kinderarts veel geluk gehad met mijn collega’s, die me veel ruimte gaven. Zolang je enthousiast je werk deed en goed voor je patiënten zorgde, werd je niet uitgelijnd in protocollen en uurtjes. Er was een sfeer van hard werken, samen mooie dingen doen en elkaar successen gunnen. Dat is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van mijn autonome pad.

En toen kreeg je de Gorterpenning, wat vond je daarvan?

Echt een waanzinnige eer, ik kon het eerst helemaal niet geloven. Als je naar het rijtje kijkt, dan snap je het ook, het zijn allemaal blanke oude heren met een ander carrière pad. Daarom vind ik het extra leuk, dat ik de penning als eerst vrouw in ontvangst mocht nemen. Tegelijk moet ik toegeven dat ik er ook verlegen van werd. Ik vind mezelf niet zo belangrijk en treed niet graag in de schijnwerpers. Dat komt omdat we het werk altijd met een team doen. Dan voelt het ongemakkelijk dat de eer naar mij gaat.

Het is wel leuk om te vertellen over een moment vroeg in mijn carrière. Het was een tijd waarin parttime werken niet gewoon was. Na de geboorte van mijn 2e kind wilde ik parttime werken. Dat werd me ten zeerste afgeraden, er werd zelfs gezegd: ‘Als je parttime gaat werken, dan kun je je carrière wel op je buik schrijven. Maar ik dacht: ‘Je kunt hoog of laag springen, maar ik ga 3 dagen werken.” Dat heb ik gedaan tot mijn jongste naar de middelbare school ging. Tot mijn verrassing werd het redelijk zonder slag of stoot geaccepteerd toen ik dit besluit had genomen. Ik heb er nooit spijt van gehad en met die carrière is het uiteindelijk ook wel goed gekomen. Het laat maar weer zien: je moet luisteren naar jezelf en niet naar wat anderen vinden.

Op welke missie ben jij?

Het is mijn missie om te investeren in preventie. Cure en care zijn belangrijk, maar preventie is nog veel belangrijker, daar is zo veel meer winst te behalen. Ik wil bijdragen om kennis uit onderzoek en kliniek om te zetten in beleid. Die driehoek vind ik razend interessant. Dat klinkt misschien makkelijk maar is in praktijk best ingewikkeld. We weten zo veel, maar dat wordt lang niet altijd omgezet in beleid, dat is een van de belangrijkste redenen geweest dat ik deze functie bij het RIVM ben gaan doen.

Waarom deze missie?

Ik ben kinderarts, ik vind dat we moeten investeren in jonge mensen om ze een goede toekomst te geven. Ik vind het belangrijk om de vraag te stellen: “Waar gaat het echt om?” Ik kom er dan op uit dat je moet beginnen bij het begin en erop inzetten dat kinderen niet ziek worden. Voorkomen is zo veel beter dan achteraf genezen.

Ik verbaas me regelmatig, het lijkt alsof we een ministerie hebben van ziekten, in plaats van volksgezondheid. Iedereen denkt zo binnen de eigen kaders dat de essentie van zorg vergeten worden, namelijk mensen gezond houden. Ik wil bijdragen aan oplossingen over de schotten heen, het liefst met grote winst. Daarom vind ik preventie zo belangrijk!

Wat is er veranderd in de wereld als jouw missie geslaagd is?

Dan zijn er andere mensen die het stokje overnemen en ermee verder gaan. Er zijn zo veel paaltjes te slaan. Ik bouw nu een deel mee. Het is het mooist als ik anderen kan inspireren om verder te bouwen die weer paaltjes slaan en zaadjes planten.

Dat stokje overdragen is een belangrijk thema voor me. Als hoogleraar is mijn drive om de mogelijkheden die ik gekregen heb, door te geven aan anderen. Ik ben dan ook super blij om te zien dat er mensen zijn die delen van mijn werk al hebben overgenomen. Ik ben nu 62, ik heb het heilig vuur nog wel en ga nog wel even door. Maar er komt een tijd dat ik ook nog andere dingen gaan doen. Dan kan ik uitstromen en gaat het werk gewoon door.

Hoe onderhoud jij je eigen vuur?

Ik ben heel erg nieuwsgierig en wil altijd wel verder gaan en meer begrijpen. Ik hou ervan om samen te werken en resultaten te bereiken. De inhoud van mijn werk onderhoudt mijn vuur ook, dat is wel belangrijk in deze wereld. Ik vind dat klinisch en wetenschappelijk werk geen topsport zouden moeten zijn, maar dat op dit moment wel zo is. Daarnaast heb ik altijd een mate van autonomie kunnen behouden, dat is heel belangrijk om mijn vuur gaande te houden.

Wat of wie zou je nog kunnen helpen bij jouw missie?

Alle mensen om me heen kunnen helpen en helpen al, van mijn eigen gezin, tot collega’s tot vrienden. Maar als ik even verder denk… Ik zou willen dat er veel meer onderwijs- en onderzoeksgeld zou zijn om jonge mensen kansen te geven.

Dan zou ik ook in dat onderwijs willen borgen dat mensen de lat niet torenhoog leggen, maar bij zichzelf kunnen blijven. Het zou goed zijn als we met zijn allen het bewustzijn krijgen dat we soms heel raar bezig zijn. We overvragen jonge getalenteerde mensen en duwen ze in mal waardoor ze hun eigenheid en bevlogenheid verliezen. Al die jonge dokters zitten met een daverende bevlogenheid, geef ze de ruimte, dan komen ze tot creativiteit en ontdekken ze hun mogelijkheden.

Klinkt goed, maar ook niet makkelijk. Hoe doe je dat in eigen groep?
Door mensen ruimte, tijd en vertrouwen te geven en te waarderen voor hun eigenheid. Bovendien, ik leer van mijn jonge collega’s net zoveel als zij van mij.

Jonge mensen inspireren enorm, houden me scherp en fit en brengen het verder. Al je lang met een club in stramien zit dan krijg je een gevoel met elkaar van ‘Zo doen we het hier’. Dat haat ik. Daarom is het zo fijn om met zo veel diverse mensen samen te werken en blijven we samen nieuwe perspectieven ontdekken.

Wil je tot slot nog iets toevoegen aan dit gesprek?

Het gaat mij echt aan het hart dat jonge mensen een burn-out krijgen of stoppen met opleiding. In de zorg zien we fantastische mensen uitvallen. Als je vraagt waar het aan ligt dan noemen ze een gebrek aan autonomie en creativiteit. Het is schrijnend om te zien dat mensen overwerkt zijn en zichzelf kwijtraken, domweg omdat ze overvraagd worden. We moeten met elkaar het zorgmodel aanpassen om dit niet te laten gebeuren. Daarom vind ik initiatieven zoals Stichting Leading Doctors en ‘Challenge en support’ van Anne de Pagter zo goed.

Dat soort initiatieven hebben we echt nodig! Ik kan me er behoorlijk over opwinden dat op dit gebied niets veranderd is de afgelopen 37 jaar, het is eerder erger dan minder erg. Wij moeten zorgen voor onze jonge collega’s. Het is zo belangrijk om jonge mensen in het vak te behouden, want het is een prachtig vak en er is nog zo veel te doen!

Als jij iemand kent je wil nomineren voor de Leading Doctor van het Seizoen, stuur dan een korte onderbouwing naar info@leadingdoctors.nl