Leading Doctor van het seizoen, Sjanna Besteman
Leading Doctor van het seizoen, Sjanna Besteman
Gepubliceerd op: 30-06-2024
Sjanna Besteman werkt sinds eind 2022 als kinderarts in OLVG met als aandachtsgebied cultuursensistief werken. We vinden Sjanna inspirerend omdat zij haar nieuwsgierigheid en gevoel voor rechtvaardigheid in iedere interactie laat zien, met patiënten en naar collega’s. Ze lijkt daarin onvermoeibaar en is een voorbeeld voor velen. Wij zijn benieuwd wat haar drijft en hoe zij dit in dagelijks op de werkvloer in actie brengt.
Ze woont samen met haar partner in Amsterdam en hun twee kinderen; Aviv van 6 en Ami van 3.
Wat is jouw missie?
Het is mijn missie om de kansenongelijkheid in de zorg te verkleinen, door de aandacht en vaardigheden m.b.t. diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid te vergroten onder zorgprofessionals. Er zijn zoveel wetenschappelijke studies gedaan, die laten zien dat patiënten, waaronder kinderen, met een migratieachtergrond of een niet-witte huidskleur een minder goede behandeling krijgen. Daar moet verbetering in komen.
Daarnaast is er een uitstroom van met name vrouwen met een migratieachtergrond, in het traject van geneeskundestudent tot medisch specialist. Studenten met een migratieachtergrond krijgen lagere co-assistentschapsbeoordelingen. Daar moet je je eerst bewust van worden, daarna moet je er wat aan gaan doen.
Hoe zie je dat voor je?
Het start met bewustwording en op dat vlak gebeurt er gelukkig al veel. Er worden bijvoorbeeld sollicitatietrainingen gegeven, die meer gericht zijn op het voorkomen van bias in de selectieprocedure. Daarnaast hebben meerdere Medisch Specialistische Verenigingen een werkgroep “Diversiteit en Inclusie”, die o.a. onderwijs op dit gebied organiseren. Ik merk ook verschil tussen de generaties als ik onderwijs geef. Bij de jonge generatie is er al veel openheid over verschillende denkwijzen en culturen. Dat helpt. Maar we kunnen nog niet achteroverleunen. Ik ben soms bang dat we in die “bewustwordings-fase” blijven hangen, maar we moeten sommige dingen ook gewoon anders gaan doen.
Laten we overigens niet vergeten dat er al veel diversiteit (en dus kennis) in huis is, bijvoorbeeld bij verpleging en polikliniekmedewerkers. Als we meer discipline overstijgend te werk gaan, en echt luisteren naar andere perspectieven, kunnen we nog veel leren van elkaar.
Kun je ons mee terugnemen naar het moment dat jouw interesse voor diversiteit en inclusiviteit ontstond?
Dan neem ik jullie mee terug naar het eerste jaar van mijn studie Geneeskunde. Voor de Weekend School werden studenten gevraagd om les te geven aan kinderen uit de buurt, in dit geval Amsterdam-West, een hele andere wereld dan waar ik vandaan kom. Ik kom uit een boerendorp, net boven Amsterdam. En nu zat ik in Amsterdam-West, met veel verschillende culturen, en kinderen die een andere opvoeding hadden dan ik. Dat vond ik super interessant en leuk. Daarnaast werd ik buddy van een Turks-Marokkaans meisje, die moeite had met lezen. Ik las boeken met haar, maar ik ging ook met haar naar de Kruispost omdat ze geen ziektekostenverzekering had. Toen besefte ik me, er zijn heel veel werelden waar ik weinig van weet en waar sprake is van kansenongelijkheid. Zodoende ben ik bij Dokters van de Wereld vrijwilligerswerk gaan doen. Daar deed ik spreekuur voor ongedocumenteerde vluchtelingen. Tijdens mijn opleiding tot kinderarts is het thema naar de achtergrond geraakt. Maar ik wist: hier moet ik nog wat mee. In mijn laatste twee jaar van de opleiding ben ik scholing gaan volgen op het gebied van diversiteit en inclusie, en heb ik o.a. een symposium georganiseerd voor zorg aan ongedocumenteerden in het WKZ. Vervolgens heb ik samen met Malika Chegary een profileringsstage gecreëerd op het gebied van diversiteit en inclusie. Zo kwam ik in het OLVG terecht, waar ik nu nog steeds werk.
Wat een indrukwekkende reis. Wat maakte dat je op zo’n jonge leeftijd al bezig was met andere culturen, kansenongelijkheid en het creëren van betere kansen?
Het heeft me altijd getrokken om nieuwsgierig te zijn naar de kant die je niet kent, zeker waar er kansenongelijkheid op de loer ligt. Ik ervaarde dat ik wél de kansen had om iets te doen, en daarmee ook verandering teweeg te brengen.
Waarom gaat het geven van betere kansen je zo aan het hart?
Voor mij gaat dat om rechtvaardigheid. Vanuit mijn eigen opvoeding heb ik meegekregen dat het belangrijk is om een goed mens te zijn. Voor mij is een basiswaarde dat iedereen iets verdient, niet op basis van waar je vandaan komt, maar op basis van wat je kan behalen. Dat zou voor iedereen moeten gelden, niet alleen maar voor een bepaalde groep mensen.
Als ik inzoom op de gezondheidszorg, dan betekent goed doen voor mij gezondheidsverschillen verkleinen, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat iedereen recht heeft op begrijpelijke informatie en toegang heeft tot zorg. Goed doen is ook dat je voor elkaar zorgt als collega’s zodat iedereen het beste uit zichzelf kan halen op de werkvloer.
Hoe geef jij vorm aan het thema diversiteit en inclusie in de dagelijkse (drukke) praktijk?
In ieder gesprek! Ik vind het binnen de zorg belangrijk dat mensen zich geholpen voelen. Dat is voor elk mens anders. Heel vaak weet je als dokter niet precies hoe je iemand kan helpen, dat moet je boven tafel krijgen. En hoe je dat boven tafel krijgt, dat wisselt per persoon. Door echt aandacht te hebben voor diversiteit, kun je betere zorg leveren die is afgestemd op het individu.
Communiceren wordt tijdens de opleiding gezien als een soft skill, niet zo sexy, en ik heb dit ook best lang het minst interessante onderdeel van de opleiding gevonden. Nu 10 jaar later realiseer ik mij hoe cruciaal het is, het is onze core business dat je goed met mensen kan praten.
Ik hamer bij studenten en arts-assistenten op: “wat is de hulpvraag?”. En, “waarom is dat dan de hulpvraag van die persoon”? Want vaak moet je nog een keer doorvragen.
Als ik met één patiënt en/of ouders een leuk gesprek heb, kan dat mijn dag al maken. Dus voor mij is het een essentieel onderdeel van mijn werk.
De kern is dat er áltijd diversiteit in de spreekkamer is. Ook bij een ogenschijnlijk witte populatie is er diversiteit, op heel veel verschillende vlakken. Sommige diversiteitskenmerken zijn meer zichtbaar, zoals huidskleur of religieuze kenmerken. Dan ben je eerder geneigd om aan diversiteit te denken, maar het geldt natuurlijk net zo goed voor iemand met een antroposofische insteek. Of iemand die van het platteland komt en recht door zee en nuchter is. Al die mensen vragen om gepaste communicatie. Net zoals we gepaste zorg geven, en de differentiaaldiagnose aanpassen op de leeftijd van de patiënt, moet je je communicatie ook continu aanpassen. De vaardigheid om dat te doen, op een open en nieuwsgierige manier… dat vind ik boeiend.
Diversiteit en inclusie gaat ook echt over je eigen bril. Dat realiseren we ons als zorgverleners niet genoeg. Wij denken bij cultuur en diversiteit vaak alleen aan die ander, maar het gaat natuurlijk in de eerste plaats over jezelf en je eigen culturele bagage.
Hoe heb je dat geleerd?
Dat heb ik vooral geleerd van de mensen om mij heen. De echte eye opener kwam echter door een cursus Interculturele Communicatie (door Dorian Maarse en Charlie Obihara). Deze cursus gaf woorden en begrippen aan wat ik in de praktijk ervaarde. Als je je bewust wordt van je eigen perspectief, en meer kan toelaten dat iedereen een andere waarheid heeft, dan worden je gesprekken interessanter en leuker. Het is een inzicht, waarin je jouw eigen dominante perspectief parkeert, om ruimte te geven voor iemand anders.
Hoe ziet jouw missie er over 5 jaar uit?
Dan is het onderwerp diversiteit en inclusie een structureel onderdeel van de Geneeskunde-opleiding en de Kindergeneeskundige vervolgopleiding. Daarnaast zijn er dan op een aantal plekken in Nederland aparte “Diversiteit en Inclusie” profileringsstages, zodat er kartrekkers opgeleid worden. Ik zie discipline overstijgende onderwijsmomenten voor me, waarbij we interprofessioneel van en met elkaar leren, samen met paramedici en verpleegkundigen. Hopelijk hebben we dan ook een meer transparante en eerlijke werving- en selectieprocedure zodat de medisch specialisten een betere afspiegeling zijn van de maatschappij.
Hoe ga je dat doen?
Vooral samen met anderen. Vanuit de werkgroep “Diversiteit en Inclusie” van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, in samenwerking met de junior-vereniging, zijn we daar mee bezig. Daarnaast verricht de Geneeskundestudent onderzoek en zijn zij hard aan het werk om de opleiding inclusiever te maken.
Ik ben gelukkig een doener, dus dan denk ik, kom maar op, dat gaan we doen. En gelukkig doe ik dat niet alleen, maar met een steeds groter wordende groep collega medisch specialisten en bijvoorbeeld leerhuis medewerkers. Tot slot, de jongere generatie komt eraan, steeds meer studenten en arts-assistenten hebben affiniteit met dit onderwerp, zij vormen een grote inspiratiebron. In je eentje kan je niet leren over diversiteit. Je moet een spiegel hebben, het liefst meerdere. Dat is superleuk en dat geeft ook snelheid aan projecten, je komt gewoon verder als je het samen doet.